Op de kaert

Daniël Vosmaer een (fantasie) gezicht op Delft uit 1663
Toen we niet zo lang geleden de tentoonstelling Delft op de Kaert in museum het Prinsenhof bezochten, bedacht ik me véél minder te weten over de Laan van Overvest dan ik destijds wist over de Doelenstraat. Behalve dat de laan oer-oud was en de naam wel iets te maken zou hebben met 'aan de andere kant van de vestingwallen gelegen'.

Het schilderij hier links werd in 1663 geschilderd en aan de hoek te zien, is dat gedaan vanuit één van de theehuizen die destijds aan de 'Overvestse Laen' gelegen waren. De huidige bebouwing van na 1900 zou dit schilderij onmogelijk hebben gemaakt. De afschuwelijke loggia is pure fantasie van de schilder en moet óók in die tijd een kitscherige toevoeging zijn geweest. Onbedoeld geeft het schilderij ook een geweldig zicht op het terrein waar nu de Delftse treintunnel aangelegd wordt; goed te zien zijn de kenmerkende halfronde Bagijne Toren en de twee molens - op de fundamenten van één ervan is de huidige Molen de Roos gebouwd. De nieuwe tunnel loopt daar direct onderdoor en kosten noch moeite zijn gespaard om zowel molen als stadspoort te behouden.
Detail van Kaert Figuratief van 1678, waar de Laan van Overvest
is aangemerkt als 'Overvestse Laen'.

De tentoonstelling 'Delft op de Kaert' toont de eerste druk van de belangrijkste 17-de eeuwse plattegrond van Delft; de 'Caert Figuratief'. Één van de twee drukken van deze kaart benoemt de Laan van Overvest als 'Overvestse Laen'. Ook zichtbaar zijn de theehuizen; het bestaan ervan heeft Daniël Vosmaer in z'n schilderij dus niet uit z'n duim gezogen....

Opvallend ontbreekt de Laan van Overvest op de kaart van Joan Blaeu uit 1649 [1]. Die moet er gelegen hebben.
Dat weten we omdat op 3 mei 1536 een stadsbrand  uitbrak - men denkt aan blikseminslag in de Nieuwe Kerk. Het gehele gemeente archief ging hierbij verloren, maar iemand vond het wèl nodig om een schilderij te maken van de verwoesting. Op die plaat blijkt de Laan van Overvest als oprijlaan naar een landhuis dienst te doen...
Links de kaart van Joan Blaeu uit 1649 en rechts een zwart/wit afdruk van de 'Caert Figuratief' uit 1678.

Detail uit 'Delft na de Stadsbrand' met
het landhuis aan de overkant van het water
tussen de Bagijne Toren en de Schoolpoort
In dat landhuis woonden waarschijnlijk de nazaten van Laurens Dammasz van Overvest. Althans, als het huis nog in de familie was in die tijd, want Laurens overleed ergens rond 1426. Aannemelijk is het wel, want tot in de 17-de eeuw - de tijd van de 'Caert Figuratief' - bekleedden diverse Dammaszjes ambten in Delft en voerden het familie wapen. Het huis had in die tijd de naam 'Hof van Overvest', niet onlogisch voor een landgoed dat zich 'over de veste' van de stad bevond.[2]
De oprijlaan - 'Overvestse Laen' - naar het huis was overigens particulier bezit tot 1909, hoewel het landhuis toen allang verdwenen was.
In 1568 brak namelijk de 80-jarige oorlog uit. Niet geheel onterecht - Prinsenstad Delft vormde een belangrijk doelwit - was men bang dat de Spaanse bezetter het landhuis goed zou kunnen gebruiken. De stad liet het landhuis slopen en sloot de poorten ...

Tegen de tijd dat stadshistoricus Dirck van Bleyswijck de 'Caert Figuratief' tekende - of liet tekenen - was de 80-jarige oorlog alweer zo'n 30 jaar voorbij. Op de plaats van het landhuis was een kleiner 'tuin met erf en huisje' verrezen. Langs de 'Overvestse Laen' de theehuizen. Tot de industriële revolutie bleef het 'buitengebied', goed voor moestuinen en recreatie.
Gelijktijdig verminderde het belang van stadswallen en zoetjes aan werden steeds meer delen van de verdedigingswerken gesloopt; uiteindelijk zouden alleen de Bagijne Toren, Rietveldse Toren en de Oostpoort overblijven als duidelijk herkenbare onderdelen (er is nog een stuk stadsmuur aan Westvest t.h.v. de Barbarasteeg)[3].
Dat betekende twee dingen. Als je voor je veiligheid de stad niet meer nodig had, waarom zou je dan niet in het buitengebied gaan wonen? En met verbeterd transport waren er toch spannender plekken voor een buitenhuis om te recreëren?
Rond de industriële revolutie, die in Delft zo rond 1840 begon, werd er weer gebouwd in Delft. Lang was aan de Buitenwatersloot de enige serieuze bebouwing buiten de stadsmuren. Maar in 1879 werd de Westerstraat aangelegd als eerste fase in een poging om een wijk te creëren voor arbeiders. De wijk strekte zich uiteindelijk uit tot aan de van Gaalenlaan, parallel aan de Laan van Overvest. Veel eisen aan die woningen werden niet gesteld, wat uiteindelijk tot een geweldige verpaupering leidde.

Aan de Laan van Overvest werden eind 19-de en begin 20-ste eeuw huizen gebouwd[4]. De theehuizen verdwenen achter die gevels en zijn, tot op de dag van vandaag, alleen nog via een steegje tussen de bebouwing te bereiken. Zichtbaar waren ze nog vanuit de buurgemeente Hof van Delft.

Zo tegen 1909 was een groot deel van de Laan bebouwd en strekte de bebouwing van Olofsbuurt zich uit tot de zuidzijde waar nu de Anna Beijerstraat ligt. Dat leidde tot zoveel extra volk door de laan, dat de eigenaars aan de gemeente verzochten het onderhoud op zich te nemen. Vanaf dat moment was de Laan van Overvest dus openbare weg. [5]
Laan van Overvest gezien vanaf waar nu de wijk Hof van Delft ligt.
Één van de theehuizen is duidelijk nog te herkennen aan het koepeltje (voorgrond),
opmerkelijk zijn ook de symbolen van industriële revolutie: 'schoorstenen'.
Achterzijde Laan van Overvest omstreeks 1920, net voor de
bouw van de C. Fockstraat in wat nu de wijk Hof van Delft is.
Na de eerste wereldoorlog begon de ontwikkeling van de toenmalige buurgemeente tot een wijk van Delft. Op 1 januari 1921 werd Hof van Delft opgeheven en gedeeltelijk aan het grondgebied van Delft toegevoegd. Met dit 'landjepik' lag de weg open naar ontwikkeling van het gebied ten westen en aan het einde (zuid) van de Laan van Overvest. Na wat kleinschaliger bebouwing voerde Delft het bouwtempo drastisch op. Naar een uitbreidingsplan van directeur Openbare Werken, ir. J. de Booy (1928 en 1931), verschenen in die 'jaren 30' nieuwe straten; volgens raadsbesluit van 29 mei 1929, allemaal vernoemd naar leiders van kabinetten en kabinetsformateurs vanaf 1848. Één van die straten is de C(ornelis) Fockstraat. Een straat parallel aan de Laan van Overvest, waarvan de achtertuinen met hun schuurtjes strak aansluiten aan de oude theehuisjes. Daarmee had het uiterlijk van de 'Overvestse Laen' z'n hedendaagse vorm bereikt. In 1931.

Alleen degene die weet waar te zoeken, kan de theehuisjes nog terug vinden.... Tussen de 600 jaar oude 'Laan van Overvest' en 75 jaar oude 'C. Fockstraat'.
Links: Één van de theehuizen als hedendaags woonhuis; Rechts: De laan in 2011.

Voetnoten
Voor melden historische correcties, klik hier.
[1] Deze kaart was een commerciële uitgave en verscheen voor het eerst op pagina 75 als zwart/wit afbeelding in een atlas van de uitgever/cartograaf Joan Blaeu : "Stedenboeken van de Nederlanden" Nederland (Belgica Libera ac Foederata)in 1649. Download van iets latere uitgave van het boek (in kleur) kan bij Universiteit Utrecht hier; De beschrijving en kaart van Delft beginen op pagina 111.

[2] In een tijd waar formele achternamen nog niet bestonden - die werden pas tussen 1799-1815 gedurende de Franse tijd vastgelegd - was de naamgeving van Laurens Dammasz niet zo onlogisch en te lezen als Laurens zoon van Dammas wonende over-de-veste. Daarbij sloot dit kakkineuzere taalgebruik mooi aan, bij zijn - op latere leeftijd verkregen - adelijke titel. Het familie wapen bestond overigens uit 3 grappige schaapjes in een groene weide (althans het wapen dat nazaat Symon Dammasz. van Overvest  [?-1479] van de Veertigraad van Delft, voerde) [bron].
[3] Delft kreeg op 15 april 1246 stadsrechten, maar de verdediging bestond aanvankelijk uit aarden wallen. Pas in de vijftiende eeuw bouwde de stad een muur met stenen poorten. In de negentiende eeuw, gedurende de industriële revolutie, werd de Delftse stadsmuur geleidelijk afgebroken, om plaats te maken voor nieuwe industrieën en verbeterde toegang.
[4] De huizen aan de Laan van Overvest uit die periode ademen de landelijke sfeer van het gebied tot aan de industriële revolutie en grote verstedelijking. Daarna maakten agrarische grond, kleinschalige industrie en buitentuinen in veel gevallen plaats, voor speculatieve bebouwing zonder achterliggende planning. De zeer smalle, groene Laan van Overvest is daarin een uitzondering gebleven tussen het chaotische stratenpatroon met eenvoudige arbeidershuisjes van Westerkwartier/Olofsbuurt en de 30-er jaren woningen in Hof van Delft. De ontwikkelaars/bouwers hebben de tuinen niet volgepropt, maar bouwden - waar het kon - voort op het groene karakter van de laan. De vroegste woningen uit die tijd zijn gebouwd in de eclectische chaletstijl, met overstekende puntdaken, ambachtelijk decoratief hout- en metselwerk [bron].
[5] Overigens was het meest zuidelijke deel van de laan - van Anna Beijerstraat totaan Willemstraat - vanaf 29 mei 1929 de Emmastraat en bij raadsbesluit van 30 januari 1997 toegevoegd aan de Laan van Overvest.